Science & Fiction

I Daniel Blake

Actueel

De macrostructuren en machtsdynamiek achter ongelijkheid

Naar aanleiding van de film I, Daniel Blake (Ken Loach, 2016) verklaart hoogleraar Organisatiewetenschap Patrizia Zanoni dat zij fan is van Loach’ films. Zijn films laten volgens haar het leven van gewone mensen zien en tonen ook aan hoe macrostructuren en machtsdynamiek daarin ongelijkheid in stand houden. Ontroerend en verontrustend tegelijk.

Onderstaande tekst is een licht bewerkte versie van de inleiding die zij hield op de vierde en laatste avond van de filmreeks Science & Fiction: De vrolijke wetenschap.


Strijd tegen de structuren

Laat me starten door te zeggen dat ik fan ben van Ken Loach. Ik houd van zijn films omdat ze iets vertellen wat ik erken en mij raakt. Ze leren me telkens ook iets nieuw, zonder belerend over te komen. Ze zijn authentiek maar niet betuttelend, politiek zonder propaganda te verkopen. Sociaal geëngageerde cinema op zijn best dus.

Wat Loach’ manier van werken typeert, is het in kaart brengen van maatschappelijke macrostructuren en machtsdynamiek die ongelijkheid tot stand brengen en houden. En dat vanuit de ogen van de individuen die deze structuren in hun leven ervaren en die de gevolgen ervan dragen, zoals de uitsluiting van werk en voorzieningen, armoede, uitbuiting, politieke onderdrukking, enz. Afgezet tegen een dominant neoliberaal narratief van het individu dat verantwoordelijk is voor zijn of haar lot, krijgt de toeschouwer te zien hoe veel mensen hun leven helemaal niet in handen hebben omdat de maatschappij hen kwetsbaar maakt, en ze zelf vaak de juiste middelen niet hebben om tegen de structuren die hen benadelen, te vechten. Zijn films gaan dus ook over deze strijd – de struggle – om die structuren van onderdrukking omver te gooien. In het eigen leven, maar ook collectief.

De verhalen van deze personages laten mij met andere ogen naar het leven van mijn grootouders, mijn ouders en mijn bredere familie kijken. Ze doen me reflecteren over de cruciale rol van de instituties van de welvaartsstaat in mijn eigen sociale mobiliteit en migratie – de crèche, de school, het gezondheidssysteem, de sport, de universiteit, de studiebeurzen, de Europese uitwisselingsbeurzen – alsook die van mijn zussen. Maar ook hoe de instituties waarmee ik vandaag de dag in contact kom veel meer ‘exclusief’ zijn dan de instituties die ik in de jaren 70, 80 en 90 meegemaakt heb.

I, Daniel Blake is dan ook bij uitstek een film die bij USBO en de Universiteit Utrecht past. De film gaat namelijk over de governance van de bevolking door instituties die uitsluiting in de hand werken, met een closed society in plaats van een open society tot gevolg. Daarom raakt deze film mij en ik hoop dat hij jullie ook zal raken.

Cinema over het leven van gewone mensen

De aanpak van Loach in de cinematografie vertoont bovendien gelijkenissen met mijn onderzoek en onderwijs. In mijn kwalitatief onderzoek vertel ik op een gelijkaardige manier over machtsstructuren en processen vanuit de ogen van mijn respondenten, over hun eigen worden, hun dilemma’s en hun strijd… of het nu gaat over arbeiders met een migratieachtergrond in de fabriek, academici of directeuren in raden van bestuur.

In het onderwijs rond diversiteit en ongelijkheid gebruik ik films waaronder I, Daniel Blake maar ook Bread and Roses (2000) en It’s a Free world (2007) om studenten kritische theorieën te leren toepassen, concepten te gebruiken om de sociale realiteit beter te begrijpen. Ze genieten van deze opdracht en kunnen me telkens opnieuw verrassen met hun analyses.

Jaren terug, in een interview in The Guardian, vertelde Loach dat hij door het zien van Ladri di biciclette van Vittorio de Sica (1948) tot het besef was gekomen dat cinema over het leven van gewone mensen en hun dilemma’s kon gaan, geen Hollywood hoefde te zijn.

Onverwachte erkenning

Dit heeft ook gemaakt dat de meeste films en documentaires van Loach helemaal niet zo succesvol geweest zijn, omdat ze niet commercieel genoeg waren. Ze vertellen een harde sociale realiteit, kennen geen kunstmatige happy ending en hebben dus ook vaak geen toegang gekregen tot goede distributiekanalen.

Het meest extreme voorbeeld is van een documentaire die hij in opdracht van Save the Children maakte in 1971 en die zo kritisch was over de neokoloniale houding van deze ngo, dat de film pas in 2011 voor het eerst werd vertoond, 40 jaar later, toen de geesten rijper waren om de boodschap te ontvangen.

De erkenningen die Loach desondanks ontving voor I, Daniel Blake (Gouden Palm, een BAFTA Award) hebben een bijzondere betekenis omdat veel zijn films en documentaires uit zijn lange carrière dus helemaal geen succes gekend hadden, en hij twee jaar eerder bovendien had aangekondigd met pensioen te gaan.

Raar maar waar, we hebben deze film indirect te danken aan de overwinning van de conservatieve partij tijdens de nationale verkiezingen in Groot-Brittannië in 2015. David Cameron werd herkozen en kon een tweede termijn gaan dienen. Deze overwinning werd deels toegeschreven aan de belofte van Cameron om over het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk van de EU te gaan onderhandelen – wat heeft geleid heeft tot het beruchte referendum. En ondertussen weten we meer…

Na het aantreden van de regering Cameron besloot Loach weer te gaan filmen. Er was duidelijk een reden om verder te gaan.