Science & Fiction

De acht bergen - twee mannen op het dak van een berghut

Actueel

Spanning tussen voor- en nadelen

De film De acht bergen (Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch, 2022) is een uitnodiging om na te denken over de keuzemogelijkheden die er zijn tijdens de aankomende verkiezingen voor het Europees Parlement, aldus Sebastiaan Princen. Hoe willen we dat onze wereld eruit komt te zien? Met wat voor natuur, wat voor landbouw, wat voor steden? Maar: met welke manieren van leven?  Onderstaande tekst is een licht bewerkte versie van de inleiding die hij hield op de tweede avond van de USBO filmreeks Science & Fiction: Europa: uitgedaagd.

Op het eerste gezicht ligt het verband tussen de film De acht bergen en Europa, als in ‘de Europese Unie’, niet voor de hand. De film gaat primair over vriendschap, opgroeien en je plaats vinden in de wereld. Daarmee lijkt het vooral een persoonlijk verhaal, tegen de achtergrond van majestueuze berglandschappen. Maar in dat persoonlijke verhaal en die berglandschappen sijpelt een buitenwereld door die nauw verbonden is met keuzes die op Europees niveau worden gemaakt.

De film is gebaseerd op het boek De acht bergen van de Italiaanse schrijver Paolo Cognetti, waarvan in Nederland en Vlaanderen meer dan 350.000 exemplaren zijn verkocht. Dit boek was niet alleen een grote bestseller, het gaf ook de aanzet tot wat sindsdien een eigen genre is geworden: de ‘bergroman’. Kenmerkend aan dit genre is de tegenstelling tussen het pure, eerlijke leven hoog in de bergen en het drukke en vervreemdende leven beneden. Dit is ook in de film te zien. Tegenover het ruige maar ook zuivere leven in de Italiaanse Alpen staat het (in meerdere opzichten) ‘vervuilde’ leven beneden in de stad.

Lucht eten

De twee hoofdpersonen in de film komen uit die twee werelden. Pietro woont in Turijn en ontdekt tijdens de zomervakanties een andere wereld in de Alpen. Bruno is opgegroeid in de bergen en zal daar altijd blijven. Voor Pietro is de prachtige Alpenwereld een ontsnapping uit de wereld beneden en het leven dat hij daar leidt. De film laat dat verschil duidelijk zien: de stille, weidse bergen tegenover de drukke en bedompte stad. Maar af en toe laat de film ook de andere kant van het leven in de bergen zien: een dorp dat is leeggelopen na de aanleg van een snelweg en waarin nog maar één kind woont; kaasmakers die te kampen hebben met strenge regels en hoge kosten; een traditioneel leven dat niet meer loont in de huidige samenleving.

Op het eerste gezicht lijkt dat vooral een verlies, maar in de film geeft bergbewoner Bruno af en toe ook tegengas tegen de romantisering van het bergleven. Hij wil wél naar school in de stad, terwijl Pietro hem in de bergen wil houden. Een sleutelscène vanuit dit perspectief is de keer dat vrienden van Pietro op bezoek komen in de bergen en dromen over het opzetten van een ecologisch dorp daar. Bruno vraagt hun dan eens terug te komen in november, wanneer alles onder de sneeuw ligt en er geen werk is. En hij omschrijft hun levenshouding schamper als ‘genieten van de natuur en lucht eten’.

Beslissingen die op verschillende niveaus tegelijk worden genomen

Deze spanning is zichtbaar in de hele ontwikkeling van Europa in de afgelopen eeuw. Aan de ene kant is het leven voor de meeste Europeanen welvarender, gezonder en schoner geworden. Aan de andere kant is de wereld ook mechanischer en onpersoonlijker geworden. Bovendien heeft de natuur zwaar te lijden gehad onder de manier waarop we ermee omgaan.

Deze ontwikkeling is een combinatie van beslissingen die op verschillende niveaus tegelijk worden genomen. De inrichting van een gebied, hoe mensen leven en welke plek de natuur daarin heeft, wordt dagelijks vormgegeven door de mensen die daar wonen. Maar die beslissingen worden altijd genomen tegen de achtergrond van keuzes die elders worden gemaakt: door bedrijven en overheden in eigen land maar in toenemende mate ook daarbuiten.

Binnen Europa speelt de Europese Unie daar een belangrijke rol in. Vanaf haar oprichting heeft de Europese Unie directe invloed gehad op hoe onze leefruimte wordt ingericht, door het openen van grenzen en het stimuleren van economische groei. Een bijzondere plek daarin is weggelegd voor het Europese landbouwbeleid, dat sinds de jaren ’60 bestaat en aanvankelijk vooral gericht was op schaalvergroting en rationalisering.

Voor- en de nadelen van verdergaande modernisering

De afgelopen decennia houdt de Europese Unie zich in toenemende mate ook bezig met de andere kant van de medaille, door regels te maken op het gebied van voedselveiligheid, milieu en natuurbescherming. In de film komt het woord ‘Europese Unie’ nergens voor, maar de goede verstaander herkent (mogelijke) EU-invloeden: subsidies voor landbouw, regels voor kaasmakers, het stimuleren van de aanleg van wegen. Daarmee is de spanning tussen de voor- en de nadelen van verdergaande modernisering een integraal onderdeel geworden van de besluiten en debatten op Europees niveau.

De afgelopen vijf jaar heeft deze spanning in het brandpunt van de Europese politiek gestaan. De huidige Europese Commissie, zeg maar de ‘regering’ van de EU, zette bij haar aantreden vol in op wat zij de ‘Green Deal’ noemde: een pakket maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan en natuur en milieu te beschermen. De afgelopen jaren is daar echter steeds meer verzet tegen gekomen. Van boeren die vinden dat zij te weinig ruimte krijgen voor hun bedrijf. Van burgers die zich zorgen maken over hoge energiekosten. En van politici in het Europees Parlement en de lidstaten die vinden dat milieubescherming niet ten koste mag gaan van welvaart. Om die reden is de aanvankelijk ambitieuze ‘Natuurherstelwet’ die de Europese Commissie had voorgesteld steeds verder uitgekleed en ziet het er nu naar uit dat hij er nooit gaat komen.

Hoe willen we dat onze wereld eruit komt te zien?

In de eerste week van juni 2024 zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement. Daarin zal voor een belangrijk deel worden beslist hoe dit de komende vijf jaar verder gaat. Naast andere belangrijke vragen, draaien deze verkiezingen ook om de vraag: hoe willen we dat onze wereld eruit komt te zien? Letterlijk ‘eruit zien’: met wat voor natuur, wat voor landbouw, wat voor steden? Maar ook figuurlijk: met welke manieren van leven? Welke partijen er na de verkiezingen de meerderheid hebben in het Parlement bepaalt voor een belangrijk deel welke koers de EU de komende vijf jaar op dit gebied zal varen.

Terug naar de film. Waar voor mij de link ligt tussen De acht bergen en de EU is dat de film uitnodigt om na te denken over de vraag welke keuzemogelijkheden er zijn. Daarbij is de keuze niet tussen een ideale, zuivere wereld en een gecorrumpeerde, vuile wereld. De toekomst zal ergens daartussenin liggen, al was het maar omdat je niet kunt leven van lucht alleen. Maar waar precies daartussenin, dat ligt nog open. Het is misschien wel omdat hij die keuze niet wil maken, dat Pietro uiteindelijk buiten Europa terechtkomt, in een droomwereld die nog verder afstaat van zijn gewone leven in Turijn. Maar wij wonen hier en kunnen die keuze niet ontwijken.

De acht bergen is overigens ook in andere opzichten een echte Europese film. Spelend in Italië, gemaakt door een Vlaams regisseursduo en met muziek van een Zweedse singer-songwriter. De liedjes van die laatste zijn een soort americana, maar dat is ergens ook weer erg Europees. Bovendien is de film mede gemaakt met een subsidie uit het MEDIA-programma van de Europese Unie.

Er wordt bij films wel eens gezegd dat het boek beter was. In dit geval vind ik de film echt beter.

 

Sebastiaan Princen is universitair hoofddocent Bestuur en Beleid in de Europese Unie, verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. Hij onderzoekt vraagstukken van internationaal en Europees bestuur en beleid, met een nadruk op beleidsvormingsprocessen binnen de Europese Unie.